Een onderzoeksteam heeft, in opdracht van het WODC, de Wet vergoeding affectieschade geëvalueerd. Deze wet is reeds op 1 januari 2019 in werking getreden. De wet zorgt ervoor dat er onder omstandigheden recht kan bestaan op smartengeld voor (een vaste kring) naasten van een slachtoffer. Het gaat dan om de naasten van een slachtoffer met ernstig letsel of om nabestaanden van een slachtoffer.
Uit het onderzoek blijkt dat naasten en nabestaanden de vergoeding uit de Wet vergoeding affectieschade als een vorm van erkenning ervaren. Naasten en nabestaanden geven aan dat de vaste kring van gerechtigden en de vaste schadevergoedingsbedragen in de praktijk goed werken. De meeste gerechtigden gaven in het onderzoek aan dat zij begrijpen dat het een symbolisch bedrag is en dat de standaardisatie van deze bedragen een pijnlijke discussie kan voorkomen. Toch zijn er ook knelpunten in de wet naar voren gekomen. Het belangrijkste knelpunt van de wet is de afbakening van de vaste kring van gerechtigden. Dat zijn nu kortgezegd: de partner, de kinderen en de ouders van het slachtoffer of een persoon met een vergelijkbare relatie tot het slachtoffer. Broers en zussen behoren niet (standaard) tot deze kring. Dit is een groot knelpunt.
In de Tweede Kamer is onlangs een motie aangenomen waarin opgeroepen wordt broers en zussen ook op te nemen in de kring van gerechtigden. Dat dit nu zo is, is niet wenselijk. Dit blijkt ook uit het feit dat broers en zussen het vaakst een beroep doen op de zogenoemde hardheidsclausule. Op basis van die clausule kan de rechter in uitzonderlijke situaties toch een vergoeding toekennen aan andere naasten (dan de vaste kring), zoals de broers en zussen. Van de 215 beroepen op deze clausule tussen 2021 en 2023 waren er 160 van broers en zussen. In de praktijk blijkt de rechter vast te houden aan de keuze van de wetgever en terughoudend om te gaan met het toekennen van een vergoeding aan broers en zussen. Zo zijn er maar 28 van de 160 beroepen toegewezen in die periode.
In de evaluatie van de wet is gekeken naar mogelijke oplossingen voor dit probleem. De onderzoekers geven de aanbeveling om te kijken naar de mogelijkheden voor het opheffen van het onderscheid tussen broers/zussen en andere gezinsleden door uitbreiding van de ‘vaste’ kring van gerechtigden. Een andere aanbeveling die uit het onderzoek volgt is het periodiek verhogen van de standaardbedragen. Op deze manier kan worden voorkomen dat de erkenning die in het schadebedrag besloten ligt op den duur wordt uitgehold. Een derde aanbeveling die zij doen ziet toe op de vorm van communicatie. Uit het onderzoek bleek dat de gerechtigden de communicatie over de stand van zaken afstandelijk en formeel ervaren. Een meer empathische bejegening met oog voor de impact van de gebeurtenis kan ook bijdragen aan het gevoel van erkenning en is dus ook belangrijk voor een goede werking van de wet.
Staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) heeft het WODC-rapport ‘Evaluatie Wet vergoeding affectieschade’ en bijbehorende beleidsreactie maandag aangeboden aan de Tweede Kamer.
Letselschade Advocaat Laseur is in 2015 opgericht door de heer mr. I. (Ivo) Laseur. Na zowel zijn universitaire studie als zijn specialisatieopleiding Personenschade aan de Grotius Academie cum laude te hebben afgerond, heeft de heer Laseur meerdere jaren ervaring in de letselschadepraktijk opgedaan. Vervolgens heeft hij al zijn deskundigheid gebundeld om zijn eigen onderneming op te richten. In de jaren daarna is het kantoor van Letselschade Advocaat Laseur uitgebreid met een enthousiast en deskundig team.
De heer mr. Laseur is:
Lid van de Vereniging van Letselschade Advocaten (LSA), de WAA en de VASR.
Letselschade Advocaat Laseur
Stationsplein 49, vijfde verdieping
1703 WD Heerhugowaard
Postadres
Postbus 1119
1700 BC Heerhugowaard
Kamer van Koophandel nummer: 62546147