Letselschade van fietsers en voetgangers

Jij fietst of loopt rustig naar jouw werk, school of andere locatie en wordt plotseling aangereden door een andere weggebruiker. In slechts een fractie van een seconde kan het leven volledig veranderen, zoals vele slachtoffers van verkeersongevallen hebben ervaren. Een ongeval zit namelijk in een klein hoekje. Deze ongevallen kunnen leiden tot verschillende vormen van letsel, zoals botbreuken, kneuzingen, (open) wonden en hersenletsel. Nederland kent een echte fietscultuur. Helaas vinden er dan ook dagelijks fietsongevallen plaats. Ben jij het slachtoffer geworden van een fietsongeval of ben jij als voetganger aangereden? Wij staan voor jou klaar om de nadelige gevolgen van het jou overkomen verkeersongeval zo veel mogelijk te beperken. Wij helpen jou graag!

Verkeersongeval van fietser/voetganger

Een onderscheid wordt gemaakt tussen enkelvoudige en meervoudige ongevallen. Een enkelvoudig (eenzijdig) verkeersongeval houdt in dat er niemand anders bij het ongeval is betrokken. Door zelf even niet op te letten of afgeleid te zijn, vindt het verkeersongeval plaats. Daarvoor kan een ander niet aansprakelijk zijn. Een meervoudig (meerzijdig) ongeval houdt in dat er een ander persoon is betrokken bij het ongeval, zoals een automobilist of andere fietser. Die ander kan soms aangesproken worden voor de schade die ontstaat.

Aangereden door motorvoertuig

Voor fietsers en voetgangers bestaat er een relatief groot risico om ernstig letsel op te lopen bij een aanrijding door een auto of een ander motorvoertuig. De wetgever heeft deze zwakkere verkeersdeelnemers dan ook willen beschermen bij een aanrijding door een motorrijtuig. Artikel 185 Wegenverkeerswet (WVW) vormt daarvan de wettelijke basis. Deze wettelijke beschermingsgedachte is later concreter ingevuld door de rechtspraak. In de meeste gevallen is een automobilist volledig aansprakelijk voor de letselschade van de fietser en voetganger. Als een automobilist een verkeersfout maakt, zal die bestuurder 100% van de schade aan het slachtoffer moeten vergoeden.

50%-regel

Dit kan anders zijn, als de fietser/voetganger zelf ook schuldig is aan het veroorzaken van het ongeval. Dit wordt ook wel ‘eigen schuld’ in de zin van artikel 6:101 BW genoemd. Denk bijvoorbeeld aan het door rood rijden, alcoholgebruik of gebruik van de mobiele telefoon in het verkeer. De fietser/voetganger wordt in dat geval wel beschermd door de 50%-regel. Deze regel houdt in dat het slachtoffer ten minste 50% van zijn of haar schade vergoed krijgt. Een fietser of voetganger heeft dan ook (bijna) altijd recht op een schadevergoeding!

 

De 50%-regel geldt niet als de bestuurder van het motorvoertuig kan bewijzen dat er sprake was van overmacht en hem rechtens geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Ook geldt deze regel niet als de fietser of voetganger opzettelijk of met aan opzet grenzende roekeloosheid verkeersfouten heeft begaan. De bestuurder van het motorrijtuig had in dit geval geen rekening kunnen houden met de bijzondere manoeuvres die de voetganger of fietser uitvoerde. Hij is dan niet aansprakelijk. Er is dan ook geen recht op schadevergoeding. Deze uitzondering komt in de praktijk echter nauwelijks voor.

Billijkheidscorrectie

Ook in het geval dat de fietser of voetganger eigen schuld heeft aan het ongeval, kan de automobilist aansprakelijk zijn voor méér dan 50% van de schade. De 50%-regel is namelijk een minimumgrens. Onder omstandigheden kan de fietser of voetganger een hoger percentage of zelfs 100% van zijn of haar schade vergoed krijgen.

 

Bij die beoordeling wordt aan artikel 6:101 BW (eigen schuld) in zijn volle omvang getoetst. Er wordt dan eerst gekeken naar de zogenaamde causale verdeling. Daarna wordt mogelijk de billijkheidscorrectie toegepast. De uitkomst kan zijn dat de automobilist voor meer of voor minder dan 50% aansprakelijk is. Als de automobilist voor een hoger percentage aansprakelijk is, dan wordt een groter gedeelte van de schade vergoed. Blijkt bij toetsing aan artikel 6:101 BW de aansprakelijkheid lager te zijn dan 50%, dan krijgt de ongemotoriseerde fietser/voetganger alsnog 50% van de schade vergoed. Dat is het voordeel van de 50%-regel. 

 

Of de billijkheidscorrectie wordt toegepast, hangt af van verschillende factoren. Er wordt gekeken naar de concrete situatie waarbij alle aspecten een rol kunnen spelen. Van belang zijn dan onder andere de ernst van het letsel, de ernst van de schade,  de aanwezigheid van een verzekering, de kenmerken van het slachtoffer (zoals de leeftijd en geestelijke gesteldheid), de ernst van de gemaakte fout en het zogenoemde ‘betriebsgefahr’. De laatstgenoemde factor houdt in dat een motorrijtuig ten opzichte van een ongemotoriseerde voetganger en fietser een gevaar meebrengt. De laatste factor pleit dan ook ten nadele van de bestuurder van een motorrijtuig.

Kinderen jonger dan 14 jaar

Voor kinderen jonger dan 14 jaar geldt een gestandaardiseerde billijkheidscorrectie. De meest kwetsbare verkeersdeelnemers zijn kinderen. Zij zijn zich niet (altijd) bewust van de gevaren in het verkeer. Hierdoor lopen zij een verhoogd risico op een ongeval. Daarom worden zij nog meer beschermd. Voor kinderen tot 14 jaar oud, die als voetganger of fietser deelnemen aan het verkeer, geldt dat de schade altijd voor 100% wordt vergoed. Deze regel geldt zelfs als er sprake is van eigen schuld van het kind. Uitsluitend als sprake zou zijn van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid van het kind is de 100%-regel niet van toepassing. Deze uitzondering doet zich in de praktijk vrijwel nooit voor.

WAM-verzekering en Wegenverkeerswet

In Nederland moet in beginsel voor elk motorvoertuig, zoals een auto, een brommer en een vrachtauto, een verzekering worden afgesloten. Dit wordt een WAM-verzekering genoemd. Dat is een verzekering in het kader van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM). 

Een verkeersslachtoffer kan rechtstreeks een beroep doen op de WAM-verzekeraar van het motorvoertuig dat het ongeval heeft veroorzaakt. Dit  wordt het rechtstreekse vorderingsrecht genoemd. Hierdoor is het slachtoffer niet volledig afhankelijk van de medewerking van de veroorzaker van het ongeval. Wel is het belangrijk dat het aanrijdingsformulier zo snel mogelijk na het ongeval samen met de bestuurder van het motorvoertuig wordt ingevuld. Op het aanrijdingsformulier zal de bestuurder de naam van de WAM-verzekeraar en het polisnummer invullen. Als alleen het kenteken van de auto bekend is, dan levert dat overigens ook geen probleem op. Onze advocaten kunnen namelijk zelf ook de gegevens van de betrokken verzekeraar achterhalen.

Belangrijk om te weten is dat een elektrische fiets met trapondersteuning tot maximaal 25 km/uur is uitgesloten van de definitie van een motorrijtuig in de Wegenverkeerswet (WVW). In artikel 1 lid 1 sub c WVW is bepaald dat als motorrijtuigen gelden: ‘alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders, met uitzondering van fietsen met trapondersteuning’. In de Wegenverkeerswet is dus bepaald dat een fiets met trapondersteuning tot maximaal 25 km/uur geen motorrijtuig is en dus als zwakkere verkeersdeelnemer wordt gezien. Om die reden wordt ook die fietser beschermd door artikel 185 WVW. Daarmee worden ook bestuurders van deze fietsen met trapondersteuning beschermd door de 50%-regel en 100%-regel.

Een ongeval tussen fietsers onderling

Bij een ongeval tussen een fietser en een motorvoertuig biedt de wet extra bescherming aan de fietser. Bovendien zijn motorvoertuigen verplicht verzekerd. Er is dus vrijwel altijd een verzekeraar betrokken die in staat is de schade te vergoeden. Ook wanneer het slachtoffer te maken heeft met een onverzekerd of onbekend gebleven motorvoertuig, staat hij of zij niet altijd met lege handen. Mogelijk kan het slachtoffer in dat geval terecht bij het Waarborgfonds Motorverkeer voor het verkrijgen van een vergoeding.

Bij een ongeval tussen twee fietsers is de Wegenverkeerswet niet van toepassing. Artikel 185 WVW biedt hun dan geen bescherming. Voor fietsers is bovendien het afsluiten van een verzekering tegen aansprakelijkheid niet verplicht. Zij bieden daarom soms geen of onvoldoende verhaal, indien zij aansprakelijk zijn. Ook voor een fiets met trapondersteuning tot maximaal 25 km/uur geldt geen verzekeringsplicht.

Gelukkig zijn veel personen in Nederland vrijwillig verzekerd tegen aansprakelijkheid. Een WA-verzekering of AVP-verzekering kan dekking bieden voor letselschade die een fietser veroorzaakt. De aansprakelijkheid van de fietser wordt in dat geval beoordeeld aan de hand van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel gaat over de onrechtmatige daad. Het artikel bepaalt dat de fietser die een verkeersfout maakt en daarmee onrechtmatig handelt aansprakelijk is.

Vaak wordt gedacht dat het invullen van een schadeformulier alleen nodig is, wanneer een motorvoertuig bij het ongeval betrokken is. Dat is niet juist! Ook bij een ongeval tussen fietsers onderling is het invullen van het schadeformulier belangrijk. Door het invullen van het schadeformulier komt de toedracht van het ongeval vast te staan. Dat is belangrijk bij het aansprakelijk stellen van de veroorzaker. Wie namelijk een schadevergoeding van een ander eist, moet ook het bestaan van aansprakelijkheid van die ander bewijzen.    

Eenzijdig fiets- of voetgangersongeval

Een fietser of voetganger kan ook ten val komen zonder dat er een ander bij betrokken is, bijvoorbeeld door een gat in de weg, een uitstekende stoeptegel of opstuwing in het wegdek door boomwortels. Mogelijk kan het slachtoffer in dit soort gevallen terecht bij de wegbeheerder, vaak de gemeente. Bij slecht onderhoud aan de weg kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan. Op grond artikel 6:174 BW is de wegbeheerder aansprakelijk voor de schade die is ontstaan als gevolg van een gebrek aan de weg. De zogenaamde CROW-richtlijn biedt regels over hoe een weg vormgegeven moet worden en geeft houvast aan de term wanneer er gesproken kan worden over ‘een gebrekkige weg’.

Zelf als voetganger of fietser het slachtoffer geworden een ongeval?

Onze advocaten zijn gespecialiseerd in het bieden van begeleiding en ondersteuning aan slachtoffers van verkeersongevallen, ongeacht de rol van dat slachtoffer bij het incident. Letselschade Advocaat Laseur neemt jou na het ongeval graag alle zorgen uit handen. Wij behandelen het volledige letselschadetraject vanaf het vaststellen van de aansprakelijkheid van de veroorzaker van het ongeval tot aan het verkrijgen van een schadevergoeding.

Daarbij is onze aandacht gericht op jouw herstel, jouw re-integratie en jouw schadevergoeding. Zodra de aansprakelijkheid vaststaat, dient jouw schade vergoed te worden. Over de kosten van de advocaat hoef jij je dan ook geen zorgen te maken. Naast jouw schade, worden dan namelijk ook de kosten van een advocaat volledig vergoed. Het kost jou dan dus niets wanneer jij Letselschade Advocaat Laseur inschakelt!”

Neem contact op

Via het contactkformulier kun je aangeven wat je is overkomen.
Wij nemen zo snel mogelijk contact met je op om een afspraak in te plannen.