Huishoudelijke hulp en mantelzorg

Een ongeval veroorzaakt vaak veel klachten en beperkingen. Een letselschadeslachtoffer kan ten gevolge van een ongeval gedurende een korte dan wel lange periode van het leven noodgedwongen op hulp aangewezen zijn. Deze hulp kan bijvoorbeeld bestaan uit huishoudelijke hulp of hulp bij persoonlijke verzorging en andere algemene dagelijkse levensverrichtingen. Voor het verkrijgen van deze hulp doen sommige slachtoffers een beroep op een professionele hulp. In de praktijk komen deze werkzaamheden echter vaak terecht bij familieleden en/of vrienden van het slachtoffer. In beide gevallen is er recht op een vergoeding.
Letselschade advocaat bellen
Letselschade advocaat wetboek

Schadevergoeding voor huishoudelijke hulp

Met huishoudelijke hulp wordt de behoefte aan huishoudelijke ondersteuning door derden bedoeld. Huishoudelijke hulp kan bestaan uit hulp bij werkzaamheden als koken, schoonmaken, boodschappen doen en de verzorging van de kinderen. Deze schade kan worden berekend op basis van de richtlijn huishoudelijke hulp van de Letselschade Raad. Indien deze hulp niet wordt geboden door een professionele derde, maar door naasten wordt er ook wel gesproken van mantelzorg. In letselschadezaken wordt met mantelzorg dus de hulp in het huishouden door iemand uit de directe sociale omgeving van het slachtoffer bedoeld. Deze hulp kwam niet altijd al voor een vergoeding in aanmerking. In het Johanna Kruidhof-arrest uit 1999 oordeelde de Hoge Raad dat de aansprakelijke partij verplicht is het slachtoffer van een ongeval in staat te stellen noodzakelijke verpleging en verzorging in te stellen, ook als er geen daadwerkelijke kosten worden gemaakt om de hulp in te schakelen. Deze door de Hoge Raad ingezette lijn is later ook gevolgd voor de hulp van naasten bij het verrichten van huishoudelijke taken.

Verschuiving van vergoeding voor onbetaalde hulp

Een belangrijk arrest voor de vergoeding van onbetaalde hulp is het Johanna Kruidhof-arrest (ECLI:NL:HR:1999:ZC2912). In dit arrest heeft de 11-jarige Johanna Kruidhof tijdens de koffie- en theedienst op school ernstige brandwonden opgelopen als gevolg van het vlamvatten van haar shirt door het gasstel. De brandwonden bedekten 23% van haar lichaam. Johanna is meerdere malen opgenomen in het Brandwondencentrum. Toen zij naar huis kwam, werd zij verpleegd en verzorgd door haar ouders.

De ouders van Johanna eisten een vergoeding voor de vakantiedagen die zij hebben gebruikt om Johanna te bezoeken in het ziekenhuis. Daarnaast eisten zij een vergoeding voor de uren die zij hebben besteed aan de begeleiding en verpleging van hun dochter na het ongeval.

In dit arrest oordeelde de Hoge Raad dat de aansprakelijke partij verplicht is het slachtoffer van een ongeval in staat te stellen noodzakelijke verpleging en verzorging in te stellen. Dat de verzorging onbetaald werd uitgevoerd door haar ouders in plaats van door een betaalde professionele partij doet niets af aan haar recht op vergoeding. Bij het berekenen van de schade hoeft geen rekening te worden gehouden met de feitelijk situatie waarin het slachtoffer geen kosten maakt. Daarvan mag geabstraheerd worden. Dit brengt de redelijkheid met zich mee. De vergoeding kan echter niet hoger zijn dan de geschatte bespaarde kosten van een professionele ingeschakelde hulp.

Wat betreft het verlies van vakantiedagen heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze post niet voor vergoeding in aanmerking komt. De ouders van Johanna hebben de vakantiedagen opgenomen om hun dochter te bezoeken in het ziekenhuis. De persoonlijke aard van een bezoek aan het ziekenhuis maakt het niet aannemelijk dat deze bezoeken door professionele hulpverleners worden verricht. Overigens zou een rechter daar nu – jaren later – ook anders over kunnen oordelen.

De Hoge Raad heeft in 2003 duidelijk naar voren gebracht dat de bovenstaande regel alleen geldt in het geval het inschakelen van professionele hulp normaal en gebruikelijk zou zijn geweest.

In 2008 heeft de Hoge Raad de lijn van de reeds genoemde uitspraken doorgetrokken. Benadrukt werd dat het moest gaan om werkzaamheden die gelet op de situatie van het slachtoffer normaal en gebruikelijk zijn om door een professionele partij te laten verrichten.

Het bovenstaande vormt dus een uitzondering op het uitgangspunt dat schade concreet begroot dient te worden. De aansprakelijke partij dient de kosten van huishoudelijke hulp te vergoeden, indien het slachtoffer in verband met het letsel als gevolg van het ongeval de werkzaamheden niet zelf kan verrichten. Deze vergoedingsplicht verdwijnt niet wanneer de werkzaamheden in feite worden verricht door personen die daarvoor geen kosten in rekening (kunnen) brengen. Dat in bepaalde gevallen derden recht hebben op een schadevergoeding op grond van artikel 6:107 BW, doet niet af aan de bevoegdheid van het slachtoffer zelf vergoeding van deze schade te vorderen.

Andere soorten hulp

Naast huishoudelijke hulp kan er behoefte bestaan aan andere soorten van extra hulp. Denk bijvoorbeeld aan hulp bij persoonlijke verzorging en bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Deze hulptaken vallen niet onder de Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp. Verzorgende en verplegende taken zijn uitgesloten van de richtlijn. De richtlijn ziet bijvoorbeeld niet op taken als wassen en aankleden van het slachtoffer.

Wel komen ook deze posten voor vergoeding in aanmerking wanneer het inschakelen van een professionele hulp normaal en gebruikelijk is. Zo zijn er veel meer voorbeelden te noemen waarin het normaal en gebruikelijk is om een professional in te schakelen voor een bepaalde hulpvraag. Bij beantwoording van de vraag wat normaal is, wordt gekeken naar cultuur en maatschappelijke normen. Door de continue maatschappelijke veranderingen, verandert ook de invulling van het begrip ‘normaal’.

Berekening

Bij de berekening van de schade hoeft geen rekening te worden gehouden met de feitelijke situatie waarin het slachtoffer geen kosten heeft gemaakt. Deze kostenpost wordt namelijk abstract begroot. Er wordt niet gekeken naar de daadwerkelijk gemaakte kosten, maar naar het feit of iemand daadwerkelijk huishoudelijke hulp nodig heeft. Centraal staat of het inschakelen van professionele hulp normaal en gebruikelijk is. Daarbij wordt gekeken naar de concrete situatie waarin het slachtoffer zich bevindt. Oftewel: is het redelijk dat het slachtoffer een professionele partij zou inschakelen voor bepaalde hulp. De herstelverplichting van de aansprakelijke partij staat echter voorop. Het is niet gewenst het slachtoffer te verwijzen naar zijn familieleden, ook al is het gebruikelijk dat binnen een gezin geholpen wordt in het huishouden.

Indien er geen professionele partij is ingeschakeld, wordt er aansluiting gezocht bij de richtlijn Letselschade Raad huishoudelijke hulp. Bij de berekening van de huishoudelijke hulp wordt gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval. Zo wordt er gekeken naar:

  • De gezinssamenstelling van het slachtoffer. Is het slachtoffer alleenstaand, samenwonend en/of vormt het een gezin met inwonende kinderen jonger of ouder dan 5 jaar?
  • De mate van beperking wordt onderverdeeld in ‘licht tot matig beperkt’ en ‘zwaar beperkt’ en
  • De mate waarin het slachtoffer bijdroeg in het huishouden. Dit aandeel wordt uitgedrukt in een percentage.

 

Op basis van de bovenstaande punten kan de volgende berekening worden gemaakt: Normbedrag volgens mate van beperking x bijdrage in het huishouden (vóór het ongeval).

De richtlijn gaat er van uit dat de behoefte aan huishoudelijke hulp de eerste 13 weken na het ongeluk het grootst is. Na deze 13 weken wordt er gewerkt met een vast netto uurtarief. Dit bedraagt in 2024 € 11,50 netto per uur. Na een periode van 6 maanden na het ongeval betaalt de verzekeraar een ‘redelijke’ vergoeding.

Letselschade advocaat aantekeningen
Letselschade advocaat handen schudden

Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Een slachtoffer kan ook hulp aanvragen via de gemeente. De gemeente is verplicht voorzieningen te treffen die erop gericht zijn beperkingen in het huishouden van de inwoner weg te nemen. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen wordt een eigen bijdrage gevraagd. De eigen bijdrage kan ook verhaald worden op de aansprakelijke partij. Indien het slachtoffer buiten deze regeling hulp inschakelt, moet de aansprakelijke partij deze schade vergoeden voor zover dat redelijk is.

Arbeidsdeskundige

Vaak bestaat er geen discussie over de vergoeding van huishoudelijke hulp. Er wordt namelijk in veel gevallen aansluiting gezocht bij de richtlijn van de Letselschade Raad. Mocht er op de lange termijn een discussie bestaan omtrent het vergoeden van de huishoudelijke hulp, dan kan er een arbeidsdeskundige worden ingeschakeld. Zeker als het slachtoffer zwaar letsel heeft opgelopen wordt er regelmatig een arbeidsdeskundige ingeschakeld om heel nauwkeurig de behoefte aan huishoudelijke hulp vast te laten stellen.

Alle zorgen uit handen

De advocaten van Letselschade Advocaat Laseur weten precies hoe de behoefte aan huishoudelijke hulp kan worden vastgesteld en nemen jou daarbij graag alle zorgen uit handen. Wij behandelen het volledige letselschadetraject vanaf het vaststellen van het recht op een schadevergoeding tot aan het verkrijgen van die schadevergoeding. Daarbij is onze aandacht gericht op jouw herstel, jouw re-integratie en jouw schadevergoeding. Zodra het recht op een schadevergoeding vaststaat, dient jouw schade volledig vergoed te worden. Over de kosten van de advocaat hoef jij je dan ook geen zorgen meer te maken. Naast jouw schade, worden dan namelijk ook de kosten van een advocaat volledig vergoed. Het kost jou dan dus niets wanneer jij Letselschade Advocaat Laseur inschakelt!

Neem vrijblijvend contact op

Ben jij het slachtoffer van een ongeval? Neem contact op met onze letselschade advocaten. Wij staan voor jou klaar om jou van informatie en advies te voorzien en zorgen ervoor dat jij de schadevergoeding krijgt waar jij recht op hebt. Weet jij niet zeker of wij jou kunnen helpen? Neem gerust vrijblijvend contact op!

Letselschade advocaat laseur lezend