Arrest Gerechtshof Den Bosch 21 mei 2024: beoordeling whiplashklachten in 4 stappen: plausibiliteit klachten, causaal verband, beperkingen en schade

Aan dit arrest liggen de volgende feiten ten grondslag. Het slachtoffer is op 22 mei 2015 betrokken geraakt bij een verkeersongeval. Daarbij is zij met de auto over de kop geslagen en vervolgens uit de auto bevrijd door de brandweer. Helaas is zij op 6 april 2017 wederom het slachtoffer geworden van een verkeersongeval. Ook bij dit ongeval is de auto waar zij zich in bevond over de kop geslagen. Allianz heeft als WAM-verzekeraar de aansprakelijkheid voor het eerste ongeval erkend. Univé heeft als WAM-verzekeraar de aansprakelijkheid voor het tweede ongeval erkend. Allianz treedt als regelend verzekeraar op. Dit betekent dat Allianz optreedt als verzekeraar voor beide ongevallen.
Letselschade advocaat bellen
Letselschade advocaat wetboek

Klachten na het ongeval

Het slachtoffer heeft als gevolg van het eerste ongeval diverse whiplashklachten opgelopen. Het betrof in het bijzonder nekpijn, minder gevoel in de rechterarm en pijn in de rechter hand. Daarnaast ervoer het slachtoffer hoofdpijn, een verstoorde nachtrust, vermoeidheid, moeite bij woordvinding, concentratie- en geheugenproblematiek en is zij snel emotioneel.

Na het ongeval is het slachtoffer in 2015 gezien door de huisarts. De huisarts heeft haar doorverwezen naar de neuroloog. Volgens de neuroloog waren er geen objectiveerbare afwijkingen te zien. Gesproken werd van postwhiplashklachten. 

In het rapport van de arbeidsdeskundige werden in 2016 de volgende klachten genoemd: tintelende vingers (beide handen); rechterarm geeft een slapend en tintelend gevoel; rond de linker elleboog ervaart betrokkene zenuwpijn; krachtsverlies in met name de rechter (dominante) hand; geheugen- en concentratieproblematiek; hoofdpijn aan de achterzijde van het hoofd (het voelt alsof zij een ’te strakke badmuts draagt) komt vanuit de nek; nekklachten; verminderd zicht; mentaal veel moeite met het feit dat zij heel abrupt tot stilstand is gekomen en vermoeidheid.

Na het tweede ongeval d.d. 6 april 2017 worden in een bezoekverslag in 2017 de volgende klachten beschreven: hoofdpijn, klachten van de nekspieren en sterk verminderde kortetermijngeheugen. Verder werd aangegeven dat de klachten na het ongeval op 6 april 2017 in hevigheid zijn toegenomen.

Kortom, de huidige klachten van het slachtoffer bestaan op lichamelijk gebied uit nek- en hoofdpijnklachten, snel vermoeid raken en meer rust nodig hebben dan voorheen. Op cognitief gebied kan zij niet goed meer zaken regelen, raakt zij snel afgeleid, kan zij geen dubbeltaken meer uitvoeren, verliest zij het overzicht, verdraagt zij licht en geluid niet goed en heeft zij soms buiten moeite te weten waar zij is. Ook lukt het haar niet goed informatie uit gesprekken, afspraken en gezichten in haar geheugen vast te houden, waarbij zij soms informatie herkent wanneer zij deze opnieuw hoort, maar soms ook niet. Zij moet dingen één voor één doen, grote taken in delen opsplitsen en alle dingen die zij doet bewust doen, wat haar snel vermoeid maakt. Haar klachten bestaan sinds het eerste ongeval in mei 2015 en zijn toegenomen na het tweede ongeval in april 2017.

Het slachtoffer betreft een 52-jarige zelfstandig werkende tandtechnicus die na een aanrijding op 22 mei 2015 pijnklachten, energetische en cognitieve klachten bleef houden die haar tot op heden ernstig belemmeren op meerdere fronten, zoals de huishouding, werk en vrije tijdsbesteding. Na een voorzichtige afname van de klachten overkwam haar een tweede verkeersongeval d.d. 6 april 2017. Bij het neuropsychologisch onderzoek dat is uitgevoerd wordt op het aandachtsdomein en geheugendomein gestoord gescoord.

Voorgeschiedenis

Het slachtoffer was reeds bekend met migraine en aspecifieke neurologische klachten voorafgaand aan het ongeval. Over het algemeen verkeerde het slachtoffer vóór het ongeval verder in goede gezondheid.

Juridisch causaal verband

Het (juridisch) causaal verband tussen subjectieve gezondheidsklachten en een ongeval staat in deze zaak ter discussie. Lees hier meer over het toetsingskader van whiplashklachten. Bij subjectieve klachten, zoals whiplashklachten, dienen een aantal stappen te worden doorlopen om in aanmerking te komen voor een schadevergoeding:

  1. Bestaat er een plausibel klachtenpatroon? (Dit is het geval indien de klachten consistent, consequent en samenhangend zijn);
  2. Bestaat er een juridisch causaal verband tussen het klachtenpatroon en de ongevallen? (Er mag geen alternatieve verklaringen voor de klachten bestaan, geen sprake zijn van dezelfde klachten voorafgaand aan het ongeval en de klachten moeten kunnen zijn veroorzaakt door het soort ongeval dat heeft plaatsgevonden) en
  3. Kunnen de subjectieve klachten ook tot beperkingen leiden?

 

In de reeds genoemde zaak werd het volgende geoordeeld door het Hof:

  1. Plausibel klachtenpatroon

Univé en Allianz betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat er sprake is van een plausibel klachtenpatroon. Het hof volgt hen daarin niet. Uit de beschikbare medische informatie is een plausibel klachtenpatroon op te maken. Het hof schrijft het volgende:

“6.19.

Uit de weergaven van Verrips en Van Oort van de klachten, bezien in samenhang met wat daarover is vastgelegd in de hiervoor genoemde brieven, verslagen en rapportages van de eerder door [ geïntimeerde ] bezochte behandelaars en deskundigen (zoals deels ook samengevat c.q. opgesomd in de rapporten van Verrips en Van Oort), blijkt naar het oordeel van het hof afdoende dat bij [ geïntimeerde ] sprake is van een plausibel – in de zin van: consequent, consistent en samenhangend – patroon van gezondheidsklachten. Met de rechtbank (rechtsoverweging 4.5. van het bestreden vonnis) acht het hof hiervoor van belang dat Verrips in zijn rapport in antwoord op vraag 1.d (onder het kopje Consistentie’) schrijft dat naar zijn oordeel sprake is van onderlinge samenhang voor wat betreft de informatie die is verkregen van [ geïntimeerde ] zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en diens eigen bevindingen bij het verrichte onderzoek. Verder acht het hof van belang dat wat betreft de neuropsychologische klachten Van Oort ook concludeert tot consistentie. Het hof ziet bevestiging van de klachten van [ geïntimeerde ] in de verklaringen uit haar sociale omgeving: vriendin [ vriendin ]  (aantekeningenboekje, hoofdpijn, vergeetachtig); zwager en zus van [ zus ]  (organiseren lukt niet meer, moeite met onthouden en gefocust blijven, nekpijn, hoofdpijn, last van licht); vriendin [ vriendin 2 ]  (gauw moe, problemen zich te concentreren, hoofdpijn) en administrateur [ F ] (geheugen laat haar in de steek, vastleggen van afspraken tijdens een behandeling, concentratievermogen sterk achteruit gegaan) een ander als weergegeven in de producties 34 t/m 36 bij inleidende dagvaarding. Hierbij passen de verklaringen van de docente Spaans [ docente Spaans ] (niet meer concentreren, niets meer onthouden) en de dochters [ dochter 1 ]  en [ dochter 2 ]  (minder werken, niet goed onthouden, geen 2 dingen tegelijk respectievelijk sneller moe, dubbele afspraken, niet de energieke moeder die ik kende), producties 43 t/m 45 bij brief van 10 september 2021 voorafgaande aan de mondelinge behandeling in eerste aanleg.

6.20.

Anders dan Univé en Allianz kennelijk menen, kan aan het voorgaande niet afdoen dat de klachten van [ geïntimeerde ] subjectief zijn, en niet kunnen worden geobjectiveerd. Naar het oordeel van het hof is het andersom. Het vereiste van een plausibel klachtenpatroon wordt in gevallen als de onderhavige, waarin sprake is van klachten die naar hun aard subjectief zijn, nu juist gesteld ter adressering en objectivering van het inherent subjectieve karakter van de door de benadeelde ervaren klachten. Van het daadwerkelijk bestaan van de gestelde subjectieve klachten kan dan worden uitgegaan als een plausibel – in de zin van: consequent, consistent en samenhangend – klachtenpatroon wordt vastgesteld. Dat laatste is in deze zaak het geval. Daarom kan tot uitgangspunt worden genomen dat de door [ geïntimeerde ] ervaren subjectieve klachten daadwerkelijk aanwezig zijn. In het verlengde hiervan passeert het hof ook het betoog van Univé en Allianz dat, kort gezegd, [ geïntimeerde ] niet heeft aangetoond dat de gestelde klachten niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven zijn, en dat dit ook niet objectief is vast te stellen. Univé en Allianz hebben nagelaten dat betoog te onderbouwen met concrete feiten en omstandigheden waaruit zou kunnen volgen dat de klachten zijn ingebeeld, voorgewend of overdreven. Ook overigens is niet gebleken dat de door [ geïntimeerde ] gemelde klachten zijn ingebeeld, voorgewend of overdreven.”

Kortom, om het bestaan van subjectieve klachten aannemelijk te maken moet er sprake zijn van een plausibel klachtenpatroon. Bij de beoordeling of er sprake is van een plausibel klachtenpatroon spelen de volgende factoren een rol: consistent, consequent en samenhangend. Gekeken wordt onder andere naar de onderlinge samenhang voor wat betreft de informatie die is verkregen van het slachtoffer zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en de bevindingen van een deskundige bij het verrichte onderzoek. Ook werd waarde gehecht aan verklaringen van naasten van het slachtoffer.

  1. Bestaan van conditio-sine-qua-non verband tussen het aanwezige plausibele klachtenpatroon en de overkomen ongevallen

Aan dit juridisch causaal verband worden niet al te hoge eisen gesteld, indien het slachtoffer reeds heeft aangetoond dat de subjectieve gezondheidsklachten in de hiervoor bedoelde juridische betekenis bestaan. Om een causaal verband te kunnen aannemen, moeten de volgende hobbels genomen worden:

  • Bestond vóór de ongevallen eenzelfde of vergelijkbaar klachtenpatroon?

Gekeken wordt naar de medische voorgeschiedenis van het slachtoffer. Indien dezelfde klachten vóór het ongeval reeds bestonden kunnen de klachten niet als gevolg van het ongeval worden beschouwd. In de hypothetische situatie zonder ongeval zou het slachtoffer dezelfde klachten ervaren. In de bovenstaande zaak was er wel sprake van een voorgeschiedenis van migraine en aspecifieke neurologische klachten. Naar het oordeel van het hof is echter niet gebleken dat de klachten uit de voorgeschiedenis zich voordeden in combinatie met de na het ongeval ervaren klachten. Het hof concludeert namelijk het volgende:

“6.24.

Zoals hiervoor in rechtsoverweging 6.16 al is overwogen, ervaart [ geïntimeerde ] na de ongevallen een patroon van lichamelijke en cognitieve klachten. Uit de hiervoor genoemde brieven, verslagen en rapporten van behandelaars en andere betrokken deskundigen alsmede haar sociale omgeving (6.19) blijkt niet dat bij [ geïntimeerde ] vóór de ongevallen sprake was van eenzelfde of vergelijkbaar patroon van gezondheidsklachten. Daaraan kan niet afdoen dat diverse van die stukken melding maken van een voorgeschiedenis van migraine als ook van in 2004 opgetreden zogenoemde aspecifieke neurologische klachten. Waar het naar het oordeel van het hof in dit verband op aankomt, is dat niet is gebleken dat die klachten zich toen voordeden in combinatie met de na de ongevallen ervaren nekklachten, het snel vermoeid raken, het meer rust nodig hebben dan voorheen, het niet goed meer zaken kunnen regelen, het snel afgeleid raken, het niet meer routinematig kunnen doen van routinetaken, het niet meer kunnen uitvoeren van dubbeltaken, het moeten opsplitsen van grote taken, het snel verliezen van het overzicht, het niet goed verdragen van licht en geluid, het moeite hebben met het buitenshuis bepalen van locaties, en het niet goed onthouden van gespreksinformatie, afspraken en gezichten. Naar het oordeel van het hof kan daarom niet gezegd worden dat bij [ geïntimeerde ] vóór de ongevallen sprake was van eenzelfde of vergelijkbaar klachtenpatroon.”

 

  • Kunnen de klachten zijn veroorzaakt door de ongevallen?

Het soort ongeval moet het soort letsel kunnen verklaren. Zo kan bijvoorbeeld een achterop aanrijding met flinke snelheid in beginsel whiplashklachten veroorzaken.

Het hof oordeelt dat de gezondheidsklachten, waarmee het slachtoffer sinds de ongevallen kampt, het gevolg zijn van die ongevallen. Doorslaggevend hiervoor zijn de conclusies die de medische deskundigen eerder trokken over de gezondheidsklachten.

 

  • Alternatieve verklaring voor de klachten?

Hoewel Univé en Allianz zich beroepen op alternatieve verklaring voor de gezondheidsklachten is het hof van oordeel dat de gezondheidsklachten van het slachtoffer niet op basis van de gestelde alternatieven verklaard kunnen worden. Dit blijkt uit de volgende rechtsoverweging:

“6.39.
Ook in hoger beroep beroepen Univé en Allianz zich erop dat voor de gezondheidsklachten van [ geïntimeerde ]  alternatieve verklaringen bestaan. Zij betogen over de hoofdpijnklachten van [ geïntimeerde ] , kort gezegd, dat deze allerhande oorzaken kunnen hebben. Daarbij wijzen zij erop dat Verrips als differentiaaldiagnose ’tension-type headache’, dus spanningshoofdpijn, stelde, en [ geïntimeerde ]  al voor het ongeval bekend was met migraine. Daarnaast betogen zij, kort gezegd, dat [ geïntimeerde ]  voorafgaand aan de ongevallen al jarenlang roofbouw op zichzelf pleegde, waarbij zij wijzen op de grote hoeveelheid uren die [ geïntimeerde ]  naar eigen zeggen in totaliteit voor de ongevallen aan haar werk en intensieve hobby’s besteedde.”

De gezondheidsklachten kunnen niet op basis van de gestelde alternatieven, zoals het werkverleden of hobby’s van het slachtoffer verklaard worden.

Letselschade advocaat aantekeningen
Letselschade advocaat handen schudden
3. Beperkingen

De rechtbank heeft in eerste instantie geoordeeld dat het aannemelijk is dat uit de gezondheidsklachten beperkingen kunnen voorvloeien die van invloed zijn op het functioneren. Ondanks het verweer van Univé en Allianz acht ook het hof het aannemelijk dat uit de gezondheidsklachten die het slachtoffer ervaart, beperkingen voortvloeien die van invloed zijn op haar functioneren. Dit wordt duidelijk in de volgende rechtsoverweging waarin de bevindingen van onder andere Van Oort (klinisch neuropsycholoog) en de arbeidsdeskundige naar voren komen:

“6.43.
Van Oort stelt in haar rapport dat [ geïntimeerde ] op cognitief gebied beperkt is in het opbrengen van duurconcentratie en flexibiliteit van de aandacht. Daarnaast signaleert Van Oort dat [ geïntimeerde ] beperkt is in het aanleren en in de tijd vasthouden van nieuwe verbale en visuele informatie. Van Oort vermeldt verder dat [ geïntimeerde ] deze beperkingen zowel in haar werk ervaart, als in haar privéleven. Ook schrijft Van Oort dat [ geïntimeerde ] , doordat zij meer inspanning moet leveren wanneer haar aandacht of geheugen wordt aangesproken, snel vermoeid raakt. De beperkingen die Van Oort signaleert, vertonen naar het oordeel van het hof gelijkenis met de beperkingen die arbeidsdeskundige Mayvis na de ongevallen bij herhaling signaleerde blijkens haar rapportages van 11 februari 2016 (paragraaf 10), 1 april 2016 (pag. 3), 11 november 2016 (pag. 2/3) en 7 juli 2017 (pag. 2/3). Beperkingen die ook in enkele van de in 6.19 genoemde getuigenverklaringen naar voren komen. Naar het oordeel van het hof blijkt uit een en ander, in onderlinge samenhang bezien, voldoende dat uit de gezondheidsklachten van [ geïntimeerde ] beperkingen voortvloeien. Daaraan doet niet af dat Verrips in zijn rapport in antwoord op vraag l .g (onder ‘Beperkingen’) vermeldt dat hij op het vakgebied van de neurologie geen beperkingen kan aannemen die voortvloeien uit de ongevallen die betrokkene heeft doorgemaakt. Het enkele feit dat sprake is van subjectieve klachten, zonder aanwijsbaar medisch substraat, staat immers niet in de weg aan de conclusie dat toch sprake is van beperkingen in de hier relevante zin.”

Conclusie

Het hof concludeert dat het slachtoffer kampt met gezondheidsklachten die het gevolg zijn van de haar overkomen ongevallen. Daarnaast veroorzaken deze klachten voor het slachtoffer beperkingen in haar functioneren en verdienvermogen. Het slachtoffer dient dus een vergoeding te krijgen voor haar schade. De vervolgstap is om de schade in kaart te brengen. Daarvoor verwijst het hof de partijen naar een schadestaatprocedure.

Neem vrijblijvend contact op

Ben jij het slachtoffer van een ongeval? Neem contact op met onze letselschade advocaten. Wij staan voor jou klaar om jou van informatie en advies te voorzien en zorgen ervoor dat jij de schadevergoeding krijgt waar jij recht op hebt. Weet jij niet zeker of wij jou kunnen helpen? Neem gerust vrijblijvend contact op!

Letselschade advocaat laseur lezend