Resultaatgerelateerde beloning voor een grotere toegang tot het recht

In 2014 werd gestart met het experiment resultaatgerelateerde beloning, ook wel bekend als no cure no pay. Onderzocht werd in welke zaken op basis van no cure no pay werd gewerkt, wie de doelgroep was en wat er gebeurde met rechtzoekenden die net buiten de doelgroep vielen.

 

Sinds de start van het experiment mogen advocaten in letsel- en overlijdensschadezaken, onder strenge voorwaarden, werken op basis van resultaatgerelateerde beloning. Het uitgangspunt van dit experiment is het bieden van een grotere toegang tot het recht voor een specifieke groep rechtzoekenden die met letselschade of overlijdensschade te maken heeft. Het zijn rechtzoekenden die niet in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand, maar de kosten voor juridische bijstand zelf niet kunnen betalen. Wel geldt er een maximum voor de vergoeding die de advocaat aan de cliënt in rekening mag brengen bij een positieve uitkomst van de rechtszaak, namelijk 25%. Als de advocaat ook externe kosten voorfinanciert maximaal 35%.

 

Dit jaar loop het experiment af. Na een grondige evaluatie met een positieve uitkomst wil de algemene raad het experiment omzetten in een bestendige praktijk. Er volgde een positieve reactie vanuit het college van afgevaardigden voor een benodigde aanpassing in de Verordening op de advocatuur. Naar verwachting zal de nieuwe regelgeving per 1 januari 2026 in werking treden.

 

Wel is het belangrijk om te vermelden dat het maken van een no cure no pay afspraak vaak niet nodig is. Wanneer er een aansprakelijke partij is, worden de redelijke kosten voor rechtsbijstand van de advocaat vergoed.

Letselschade advocaat klant