Schadeposten bij letselschade na een ongeval

Als gevolg van een ongeval heb jij letsel opgelopen. Door dat letsel maak jij diverse kosten. Ook kan jij bepaalde activiteiten niet meer uitvoeren. Jij hebt schade geleden en mogelijk lijd jij ook in de toekomst schade. Jij hebt recht op een volledige vergoeding van jouw letselschade. Jouw schade kan globaal worden onderverdeeld in een materieel en een immaterieel gedeelte. Hieronder staat aan de hand van die tweedeling een nadere uitwerking van de schadeposten.

Materiële schade

Directe materiële schade: Jij kan daarbij denken aan schade die (vrijwel) direct na een ongeval aan materiële zaken ontstaat, zoals de schade aan jouw auto, kleding of horloge die direct door een aanrijding beschadigd zijn.

Medische kosten: Het gaat om alle medische kosten die jij sinds het ongeval hebt betaald voor het onderzoeken en behandelen van jouw letsel. Veelal gebruik jij het eigen risico van de zorgverzekering, maak jij kosten voor fysiotherapeutische behandelingen en moet jij medicijnen innemen.

Reiskosten (naar medici, bedrijfsarts, UWV etc.);

Een vergoeding voor huishoudelijke hulp of mantelzorg: Mocht jij door het ongeval niet meer in staat zijn de huishoudelijke taken zelf te blijven verrichten, dan kan jij daarvoor een professionele derde inschakelen. Jij kan er echter ook voor kiezen dat jouw partner, kind(eren) of andere naasten deze taken voor jou op zich nemen. In beide gevallen dient de aansprakelijke partij een vergoeding voor die werkzaamheden te betalen.

Verlies aan verdienvermogen: Eén van de meest belangrijke en omvangrijke schadeposten betreft het verlies aan verdienvermogen.

Als jij door het ongeval tijdelijk of blijvend minder kunt werken, dan kan jij inkomsten missen. De aansprakelijke partij moet deze gemiste inkomsten aanvullen.

Verlies aan zelfwerkzaamheid: Jouw letsel kan er ook aan in de weg staan om in en rond de woning het nodige onderhoud te plegen. Een verhuizing kan jij niet meer zelf verzorgen of het verven van de kozijnen behoort niet meer tot jouw mogelijkheden. De schade die daarmee verband houdt dient ook vergoed te worden.

Pensioenschade: Als jij na het ongeval minder moet gaan werken, waardoor jouw inkomen afneemt, dan neemt ook de hoogte van jouw pensioen(opbouw) af. Jij lijdt dan niet direct zichtbare schade, maar deze schade zal zich op jouw pensioengerechtigde leeftijd openbaren.

Wettelijke rente en belastingschade: Aan het einde van jouw letselschadezaak wordt jou een slotuitkering betaald. Dit vormt veelal ook een vergoeding voor de toekomstige schade. In de jaren na de afwikkeling van de letselschadezaak ontvang jij veelal jaarlijks rendement (rente) over dit bedrag. Over dat rendement dien jij inkomstenbelasting af te dragen. Deze belasting vormt schade die vergoed dient te worden.

Immateriële Schade

Smartengeld: Voor de pijn, het leed en de gederfde levensvreugde heb jij recht op smartengeld. Het vormt een vergoeding voor de negatieve veranderingen van jouw leven, die niet tot uitdrukking komen in feitelijke kosten of daadwerkelijk gemiste inkomsten, maar waarvoor jij wel gecompenseerd moet worden.

Affectieschade: Affectieschade is de immateriële schade die een nabestaande of een naaste lijdt doordat het letselschadeslachtoffer ernstig en blijvend gewond raakt of overlijdt als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een verkeersongeval, een medische fout, een bedrijfsongeval of een geweldsmisdrijf.

Dat betekent dat niet alleen het letselschadeslachtoffer zelf een vergoeding van zijn schade ontvangt. Ook zijn naasten krijgen een (aparte) vergoeding van hun affectieschade.

De vergoeding van affectieschade kan het verdriet van de naaste van het slachtoffer overigens niet wegnemen. Het kan echter wel worden gezien als een vorm van erkenning en genoegdoening. Bovendien kan het helpen bij de verwerking.

Per 1 januari 2019 geldt het recht op vergoeding van affectieschade. De hoogte van die vergoeding is afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de nabestaanden en de naasten.